Motorman en 39
andere prozagedichten van Nyk de Vries verscheen onlangs bij de Friese Pers Boekerij
in een Nederlandse en een Friese uitgave. Veel gedichten verschenen eerder in het
tijdschrift Hjir, maar ook in Tzum stonden al eens zijn prozagedichten.
Op zijn homepage www.nykdev.nl zijn enkele voorbeelden uit zijn bundel opgenomen. Tzum
stelde Nyk de Vries per e-mail tien vragen omdat hij ten tijde van het interview in
Spanje verbleef.
1 Wanneer ben je
begonnen met het schrijven van prozagedichten?
Het is min of meer toevallig begonnen. Ik had een kort verhaaltje gemaakt ´Hard, eenzaam,
naakt´ en in diezelfde tijd vroeg de voorzitter van de Stichting Hobbyrock, de Kesanova,
of ik ook niet iets voor hun allround periodiek de Hobbyrocker had. Toen is het
als vast item achterop het blad gekomen. Daarna heb ik ze vooral ook voor het Friestalige
blad Hjir gemaakt.
2 Wanneer heb je
(naar je eigen maatstaven) een goed prozagedicht geschreven?
Wanneer het totaal helder is. Helderheid is het hoogste devies, tenminste bij deze
verhaaltjes, simpelweg ook omdat ze zo kort zijn. Het is een beetje een reactie op de
wartaal waar ik een bepaalde periode nogal dol op was. Misschien komt het straks wel
terug, de wartaal, maar dan beter gedoceerd. Ik kijk er wel naar uit eigenlijk.
3 In jouw
prozagedichten zit geen enkele vorm van rijm of beeldspraak. Voorkom je deze middelen
bewust?
Ik voorkom deze middelen inderdaad bewust. Het is in zekere zin zo dat ik ze wantrouw. Een
prozagedicht, zoals ik ze maak, moet volkomen eenduidig en helder zijn, tenminste tot een
bepaald moment. Dan gaan de gordijnen open en wordt het hele tafreel zichtbaar, met al de
meerduidigheid die daarbij hoort.
4 In de kritieken
wordt je werk nogal vergeleken met dat van Charms. Vererend of vervelend?
Ik ben niet zo goed op de hoogte van zijn werk. Ik heb het pas later gelezen en het is
mooi werk, maar ik geloof niet dat ik een echte absurdist ben. Het is niet mijn doel om
met opzet op de vreemde toer te gaan. Ik probeer eigenlijk gewoon wonderlijke
melancholieke verhaaltjes te vertellen Ik heb geen absurdistisch wereldbeeld of iets
dergelijks.
5 In Nederland
zijn er enkele dichters die ook prozagedichten maken. Ingmar Heytze, bijvoorbeeld. Voel je
je met iemand verwant?
Het is min of meer toevallig gegaan, ik maak gewoon mijn eigen dingen. Ik ben eerlijk
gezegd niet zo heel goed op de hoogte. Pas nu de bundel uit is en er reacties komen, merk
ik dat er verbanden worden gelegd. Dat is niet zo´n punt en ook wel mooi. Zo´n
einzelganger ben ik niet. Nu ik erover nadenk, ik herken mezelf wel in de poëzie van
Vrouwkje Tuinman. Voor zover ik haar werk ken, hanteert ze ook een vrij sobere stijl, waar
andere dingen voelbaar zijn achter de in beginsel eenvoudige en begrijpelijke dingen die
er worden gezegd.
6 Waarom zit je
eigenlijk in Spanje?
Een vriend van mij, Donald Donleben, woont in Madrid en met nog een vriend uit Nederland,
Drs. Neus, hebben we een groep Planeta Pato. We maken Spaanstalige nummers en wanneer we
optreden draag ik vaak enkele van mijn prozagedichten voor. De Spaanstalige versie van
´Motorman´ ken ik bijvoorbeeld ook integraal uit mijn hoofd. Het is eigenlijk begonnen
als grap, die band, vooral bedoeld om onze vakanties een beetje op te fleuren, maar het
werd erg gewaardeerd en afgelopen maand hebben we alle liedjes bijelkaar geveegd tot een
cd die we komende vrijdag gaan presenteren.
7 Je bundel
verscheen tegelijkertijd in het Fries. Schrijf je de gedichten eerst in het Fries en
vertaal je ze dan? (En wat gaat er dan verloren in de vertaling?)
Die voor de Hobbyrocker schrijf ik in het Nederlands, die voor Hjir in
het Fries. Ik probeer ze eigenlijk zo te maken dat het volledig elementair is en dus heel
eenvoudig te vertalen, tenminste dat dacht ik. Ik laat nu een deel van de gedichten
vertalen in het Spaans en in het Engels en het valt me op hoeveel nuanceverschil er nog
mogelijk is in zo´n eenvoudige tekst.
8 Blijf je bij
deze vorm van poëzie of ben er inmiddels op uitgekeken?
Ik heb voor de eerste bundel met opzet gekozen voor een zeer strikte vorm. Ik refereer
graag aan punkrockmuziek waar het voor de helft te doen is om de sound. Ik hou van
herkenbaarheid, zodat men al van een afstand kan zien, oh dat is weer zo´n verhaaltje van
die knakker. Nu de toon eenmaal is gezet, kan ik ervan af gaan wijken, tenminste, dat is
het plan, een galmpje hier, een dubeffectje daar. Nee - ik weet het niet precies, ik zit
er middenin, maar ik ben dodelijk verliefd op deze vorm, zoveel is wel duidelijk.
9 Recensenten
Edwin Fagel (De Recensent) en Jetske Bilker (Leeuwarder Courant) missen diepgang in de
prozagedichten. Wat vind je van die kritiek?
Ik vond dat Edwin Fagel het heel goed verwoordde, de verschillende manieren waarop je naar
de verhaaltjes kunt kijken. Het is min of meer een boek on the road, met alle
oppervlakkigheid die daarbij hoort, maar tegelijk is het ook een commentaar
daarop. Dat zit verborgen in de details en in de toon. Als je dat mist, dan is het gewoon
een vrolijk komisch boekje, ook niks mis mee, iedereen mag het lezen zoals ie wil, maar
voor mij zit er een hele wereld achter en eindigt het boek anders dan het begint. De
klacht over oppervlakkigheid in verband met mijn schrijverij doet mij in het algemeen vaak
denken aan een feestje waar ik eens was. Een vriend van mij knikte intens mee op de muziek
die klonk uit de speakers en het speeksel liep uit zijn mond van enthousiasme. Een
vriendin zat sikkeneurig in een hoek en zei: ´Hier vind ik dus helemaal niks aan. Het is
oppervlakkig, het gaat mijn ene oor in en het andere weer uit.´ Waarop mijn vriend
overeind kwam, haar over de bol aaide en zei: ´Dat is ook niet zo gek. Dat komt omdat er
bij jou niks tussen zit, liefje.´
10 Bij optredens
ken je de prozagedichten uit het hoofd. Moet dat?
Er moet niks natuurlijk, maar ik heb graag mijn handen vrij. Verder kun je dan goed
rondkijken. Ik wil graag mijn optredens uitbreiden, met muzikale middelen. Ik probeer het
ook regelmatig, maar wat ik ook bijelkaar experimenteer, ik kom steeds terug bij de kale
vorm. Nou ja, gewoon staan en kijken wat er gebeurt, dat is toch eigenlijk ook het mooiste
wat er is.